Wat zou er gebeuren met Bijbelverhalen als je de tijd er een tijdje en een stukje uit zou halen?
Stel: je vertelt wat er gebeurt in de lijdensweek als onze Heer als de lijdende Knecht de zeven kruiswoorden meemaakt aan het kruis. Het lijden is zeer zichtbaar.
Stel: je vertelt tegelijkertijd Jesaja 53 waar we lezen dat de Knecht van de HEER werd mishandeld, dat Hij zich liet verdrukken en dat Hij zijn mond niet opendeed. En je vertelt ook dat Hij veracht was en door mensen, zelfs zijn geliefden, werd verlaten, dat Hij een man was van smarten, … ja, dat Hij iemand was voor wie men het gelaat verborg, verlaten van God en mensen.
Stel: je hebt een toneel opgebouwd dat bestaat uit twee grote dozen, die op elkaar gestapeld zijn. Deze dozen vullen het hele theater. En dan spelen in beide ‘dozen’ zich bovengenoemde verhalen tegelijkertijd af. Je ziet de man over wie Jesaja sprak en terwijl Hij lijdt in de ene plek zien we Jesaja in de andere. Hij citeert zijn eigen teksten en levert zo het commentaar op wat de lijdende Knecht ondergaat. Tegelijkertijd.
De honderden jaren tussen profetie en vervulling zijn verdampt en wat over blijft is zoiets als het beeld van een muntstuk, met een ‘kop-‘ en een ‘munt-deel’. Beide delen zijn gelijktijdig aanwezig. Alleen zijn wij nog niet in staat om kop en munt gelijktijdig te zien. Maar we zijn wel dichtbij.
Nog een stapje verder in de gelijktijdigheid.
Stel: Er komt een derde doos bij en daar zien we de Hof van Eden waar God zelf Adam en Eva heeft ontdekt na hun gehoorzaamheid aan Satan. We komen erin als de tekst gaat over de te ondergane straf: zij zullen de dood sterven!
En stel: Er komt een vierde doos bij op het podium waar al feest gevierd wordt in de donkere gewesten van het bestaan. Satan en zijn trawanten verkeren in de blijde veronderstelling dat de strijd nu gewonnen gaat worden in hun voordeel: de dood heeft het laatste woord en is dichtbij. De race is bijna gelopen en in hun voordeel.
En dan stopt elke beweging en elk geluid in elke doos. Allen komen in het donker te staan behalve de ene waar de kruisiging uit loopt op de dood van Christus. Daar gaat vanuit het verschrikkelijke donker langzaam een licht op en klinkt het laatste kruiswoord: ‘In uw handen beveel ik mijn geest’ en dan neigt Hij het hoofd en sterft weg.
Het licht gaat naar de doos van de duistere figuren en de schrik zit daar diep. Hoorden ze het goed? Is hij, is zijn geest ontsnapt? En is die bij die U? Maar dan … is hun vijand overgestapt naar zijn vader! De levende!
En dan …. Tot zover!
Bovenstaande is slechts een vingeroefening en betreft de nieuw te maken Bijbelverhalen. Wat zijn we daar aan het ontdekken? Dat in het verhaal van Jezus het hele verleden en de hele toekomst een plaats hebben. Alles speelt mee als onze Heer lijdt op Golgotha. Dat geeft het verhaal een diepte en een ruimte, die alle verstand te boven gaat. En dat merken we bij het bedenken van de goede vorm.
Op de vraag hoe je dit zichtbaar en ervaarbaar kunt maken in een nieuwe serie, heb ik het bovenstaande verhaaltje met die dozen in een theater bedacht. Die dozen zijn een vorm waarbij je een zekere mate van tijdloosheid en gelijktijdigheid kunt laten zien. De profetie van Jesaja wordt uitgesproken terwijl Jezus lijdt aan het kruis; de schijnbare overwinningsroes bij de boze tegenstander wordt zichtbaar gemaakt terwijl het laatste kruiswoord klinkt.
Natuurlijk is dit voorbeeld een rammelend vehikel, maar het geeft een richting aan waarbij theater hele specifieke mogelijkheden biedt. Daarom gaat dat een grote rol spelen bij het maken van een nieuwe serie.
De goede lezer bemerkt wel dat hier regels geschreven worden die nog maar net in de grondverf staan. Er moet nog veel denkwerk verricht worden.